Algemene tips bij eten en koken

• Drink zoveel mogelijk. Let daarbij op wat temperatuur van drinken met je maag doet. Drink kleine hoeveelheden per keer, de hele dag door.
• Eet kleine porties, beter een aantal keer per dag, dan één grote maaltijd. Eet bijvoorbeeld aardappels, groente en vlees niet samen in één keer, maar met een paar uur tijd ertussen een voor een.
• Eet of drink geen dingen die vooral zuur, scherp, machtig (room, puree) of moeilijk verteerbaar zijn.
• Eet niet wat je lekker vindt, als je er ziek van wordt is de kans groot dat je het daarna lange tijd niet meer lust. Eet eenvoudige dingen, als heldere groentesoep; salade van ijsbergsla, wortel en komkommer; salade van bleekselderij en appel; of appelmoes.
• Buikpijn kan het gevolg zijn van een beschadigd maagslijmvlies. Overleg met de oncoloog of het slikken van een maagbeschermer nodig is.
• Misselijkheid kan het gevolg zijn van een lege maag. Hoewel je bij misselijkheid juist de neiging hebt om niet te eten, kan het dus helpen om de maag licht gevuld te houden met een cracker, rijstwafel of een droog koekje.

Eet- en drinktips bij obstipatie

• Zorg dat je maag niet te vol zit op de dag van de chemo. Eet de dag ervoor en de dag zelf lichte maaltijden.
• Neem van te voren eventueel een half zakje movicolon, zodat het eten in je darmen sneller verteerd wordt. Doe dit alleen als je al zeker weet dat je obstpatie krijgt door de chemo en overleg met je oncoloog of dit mag. Mogelijk heeft het effect op de opname van je medicijnen.
• Probeer voor het infuus naar de wc te zijn geweest (maak je darmen leeg).
• Drink zoveel mogelijk.
• Eet vettig en licht verteerbaar eten.
• Eet kleine porties.
• Gebruik je anti-obstipatie-medicijnen op tijd. Zoek uit (proefondervindelijk) wat voor jou de juiste timing is om de medicijnen in te nemen

Eet- en drinktips bij diarree

• Blijf veel drinken.
• De maag en darmen moeten tot rust komen. Eet het traditionele ‘na-de-griep-eten’: beschuit, crackers, kippensoep.
• Als de maag helemaal leeg is, kun je misselijk worden. De maag bezig houden met een droog koekje kan handig zijn.

Omgaan met smaakverlies

Realiseer je twee dingen:
1. Niets smaakt hoe je denkt dat het smaakt. Wat je denkt dat je lekker vindt, is vaak het viest omdat het extra hard tegenvalt.
2. Je kunt niet voorspellen of je iets lekker vindt, totdat het in je mond zit.
Als partner heb je de neiging de zieke te helpen door hem/haar te verwennen met lekker eten. Dat leidt bij chemo vaak tot frustratie omdat je als patiënt met smaakverlies zelf ook niet meer weet wat je smaakt. Let daarbij op het verschil tussen eten waar je trek in hebt (je lichaam vertelt je dat je iets nodig hebt), en om iets vragen omdat je het doorgaans lekker vindt (dingen waarvan je weet dat je ze graag at). Na smaakverlies smaken de dingen die je lekker vindt vaak niet meer lekker, maar je kunt nog wel trek in iets hebben.

Als je niets meer proeft, stap dan over op eten dat fris en knapperig is, zoals appel, wortel en bleekselderij.